Inhoud
  • Home
    • Over de website
  • Het plan
  • Bovenblad ontwerpen
  • Rozet
  • Bovenblad maken
    • Voegen en schaven
    • Rozet en klankgat
    • Bebalking
  • Achterblad
  • Zijwanden
  • Brug
  • Assemblage klankkast
  • Hals
    • Basisconstructie
    • Kop (peghead)
    • Profileren
    • Toets
  • Binding en purfling
  • Afwerking
  • Brug afmonteren
  • Hulpmiddelen
    • Futselplank (Shooting board)
    • Voegplank
    • Ellipspasser dremeljig
    • Buigmal (‘Sidebender’)
    • Solera
    • Werkbord (Solera+)
    • Pantograaf
      • Inlay Procedure
    • Gebogen Balken Jig
    • Halsverbinding freesjig
    • Compound Radius Jig
    • Fretsleuvenjig
    • Frees jig voor bindings
    • Voelermaat wig
  • Tips, theorie en uitweidingen
    • Klankhout
    • Gedrag bovenblad
    • Bebalking Ontwerpen
    • Relief
    • Brug Theorie
    • Halshoek bepalen
    • Snaarcompensatie bepalen
    • Cutaway halsblok
  • Berekeningen
    • Halsberekeningen
    • Balkenkromming
  • Contact

Brug afmonteren

Schoon lijmoppervlak dankzij afplakken tijdens het afwerken van de kast
Als het lakken, politoeren of spuiten is afgerond, wordt de tape die de plek voor de brug heeft schoongehouden verwijderd.
Klemsia's en schroeven om druk te zetten voor een sterke lijmverbinding
Na aanbrengen van de lijm worden het lijmhulpstuk en de gemodificeerde klemsia’s gebruikt om de brug te klemmen: er worden schroeven via de snaargaten in het hulpstuk binnen in de kast geschroefd, en de klemsia’s klemmen de ‘vleugels’.
De randen afgeplakt tegen knoeien met lijm, dan worden de 3 klemsia's aangebracht
In een ‘normaal’ 10 cm klankgat passen wel drie klemsia’s. Het is handig de randen voor het lijmen af te plakken, dat scheelt veel schoonmaakwerk achteraf.
De gaten voor de pin-holes worden met een tapse ruimer op maat gemaakt
Na drogen worden in de brug voor snaren met ball-ends de gaten voor de pinholes op maat gemaakt met de tapse ruimer (1/16 4 mm). De pinnen zijn niet voorzien van een gleuf waar de snaar doorheen kan lopen, daarom worden er gleuven ter dikte van de snaren in de brug gevijld
Viooleindpinnen worden als end-pins gebruikt vanwege de grote ball-ends (knopen in de snaren)
Omdat de bij de bas gebruikte snaren geen ball-end hebben, wordt een knoop in het uiteinde ge-legd. Door de dikte van de knopen zijn de gaten voor normale end-pins te klein, daarom worden op de basgitaar viool eindpinnen toegepast, die wel de juiste dikte hebben.

Actie afstellen met brugbeen V1

Als eerste wordt de standaardmethode beschreven. Het brugbeen wordt in lengte- en breedterichting passend gemaakt (vijlen en schuren), en in de brug gemonteerd.
De afstand van de snaren tot de frets (de ‘actie’) bepaalt in hoge mate de bespeelbaarheid van een gitaar. Omdat deze snaarafstand nergens gelijk is wordt de actie van een gitaar gedefinieerd als de snaarhoogte bij fret 12. Dit maakt de onderstaande berekeningen erg eenvoudig.
De snaren worden aangebracht, en de actie met een voelermaatje opgemeten en ingevuld bij “Huidig”.

Onderstaande tabel geeft de volgorde van de te doorlopen stappen om de juiste brugbeenhoogte in te stellen (rekenvoorbeeld voor een basgitaar met hoge actie).

E
A
D
G
Gewenste actie fret 12 4,0 3,9 3,8 3,7
Huidig 4,1 4,1 4,0 4,3   –
Te hoog 0,1 0,2 0,2 0,6
Verdubbeld voor brug 0,2 0,4 0,4 1,2  x2
Kamhoogte nu 9,94 9,95 9,92 9,95
Kamhoogte berekend 9,74 9,55 9,52 8,75
Kamhoogte geworden 9,75 9,60 9,50 8,80

De eerste stappen spreken voor zichzelf. Het verschil met de gewenste hoogte op fret 12 moet bij het brugbeen tweemaal zoveel worden gecorrigeerd. Het uiteindelijke resultaat wijkt een paar honderdste millimeters af van het gewenste resultaat omdat ik het brugbeen mooi vloeiend wil laten verlopen, en niet hoekig.

Actie afstellen met brugbeen V2

Bij latere gitaren wordt een andere procedure gevolgd: het brugbeen en de snaren blijven in eerste instantie op hun plek, en de snaren worden een voor een naar de juiste hoogte gevijld. Dit wordt gedaan met de ongeveer 3 mm brede zijkant van een vijl terwijl de snaar even opzij wordt geduwd. Op deze manier is het mogelijk de optimale actie te verkrijgen: door harder aan te slaan dan tijdens normaal spelen gebeurt, zal op een gegeven moment tijdens het verlagen van het kambeen de snaar gaan ratelen: de laagste mogelijke actie is bereikt, ervan uitgaande dat de relief goed is ingesteld.

De nieuwe methode om de actie af te stellen: kambeen net zo laag vijlen tot de snaar net niet rammelt
Het eindresultaat is een ‘getand’ brugbeen, waarvan de stukken tussen de laagtes worden weggevijld, zodat de bovenkant een vloeiend verloop krijgt. Het eindresultaat is een mooi vloeiend verlopende top van het brugbeen, met voor alle snaren de juiste actie.

Compensatie afstellen met brugbeen

Door het gebruiken van de standaard plaatsing van de brug (steelstring 4.5 mm naar achteren: hoge E 3 mm, lage E 6 mm; nylon string 1.5 mm naar achter: 2 mm voor E2 en 1 mm voor E4) is de compensatie vaak al goed genoeg, maar lang niet altijd is voor alle snaren het midden van het brugbeen het juiste eindpunt: vooral de g-snaar wil nog wel eens afwijken. Ook bij andere snaren kan het nodig zijn individueel de compensatie aan te passen.
De compensatie per snaar wordt ingesteld nadat de actie is afgesteld, maar voor het brugbeen naar voren en naar achteren wordt afgerond: dus met een nog ‘hoekige’ bovenkant.

Met een speld tussen de snaar en het kambeen wordt de compensatie bepaaldDe snaren worden opgespannen en gestemd, en per snaar wordt nu de juiste afstelling bepaald. Tussen het zadel en de snaar wordt in het midden van het been een speld geschoven. Met behulp van het spelen van flageoletten (zoals elders beschreven), wordt bepaald of de lengte juist is, indien dit niet het geval is wordt de speld voor- of achteruit verplaatst. Als de juiste plaats bepaald is wordt deze gemarkeerd met een dun potloopstreepje (aan de “voorkant”, om de minieme extra snaarspanning die ontstaat door de speld te compenseren).

Als alle snaren gedaan zijn wordt het brugbeen weer in de bankschroef geplaatst. De markeringen worden verbonden, waardoor soms een mooie vloeiende lijn ontstaat, soms twee lijnen die in het midden verspringen (en soms is er niets van te maken). Aan de voorkant wordt vanaf de markering met een klein bochtje naar beneden gevijld: de snaar krijgt zo precies de juiste lengte, en het ‘sitar effect’ treedt niet op. Aan de achterzijde krijgt het zadel een ronde vorm, waardoor voorkomen wordt dat de snaar hier breekt.

De compensatie is per snaar afgetekend, de verdere bewerking gebeurt met een vijl
Het verspringen van D naar G is hier goed te zien (overgang tussen de drie nylon en de drie omwonden snaren). Dit worden duidelijk twee verspringende ‘bergruggen’

Het zadel is nu gereed. Als in een later stadium de actie veranderd moet worden door een andere afstelling van de relief of werking van het hout, is dit meestal op te lossen door of het brugbeen in zijn geheel aan de onderzijde af te vijlen, of door een of meerdere fineertjes in de sleuf onder het been te plaatsen.

Sinds ik op deze manier te werk ga begin ik met een iets breder brugbeen, dit geeft meer bewegingsvrijheid.

Bij een 12-string is een extra breed brugbeen nodig, door het grote verschil in diameter tussen de naast elkaar gelegen snaren. (Al is het een deel van de charme van het geluid van een 12-string dat de octaafsnaren een beetje “zweven”).

Kambeen achteraf frezen

Het kan nodig zijn om de sleuf voor een brugbeen pas NA het plaatsen van de brug te frezen, bijvoorbeeld herstel na een uitgebroken kambeen, het vervangen van de brug of een hals reset waarbij de mensuur verandert: dan kan alsnog de optimale locatie bepaald worden. Voor het frezen zijn meerdere jigs verkrijgbaar, bijvoorbeeld deze, maar gezien de prijs is het voor mij een houtje-touwtje doe-het-zelf frees-oplossing geworden.
Vorige
Afwerking
Volgende
Hulpmiddelen

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.

  • Copyright 2025 Minnen.com. Alle rechten voorbehouden.