![De gaten voor de pin-holes worden met een tapse ruimer op maat gemaakt](https://minnen27a2ffc3f8.blob.core.windows.net/blobminnen27a2ffc3f8/wp-content/uploads/2024/02/BrugRuimer400-1715.png)
![Viooleindpinnen worden als end-pins gebruikt vanwege de grote ball-ends (knopen in de snaren)](https://minnen27a2ffc3f8.blob.core.windows.net/blobminnen27a2ffc3f8/wp-content/uploads/2024/02/BrugGereed400-1782.png)
Actie afstellen met brugbeen V1
Als eerste wordt de standaardmethode beschreven. Het brugbeen wordt in lengte- en breedterichting passend gemaakt (vijlen en schuren), en in de brug gemonteerd.
De afstand van de snaren tot de frets (de ‘actie’) bepaalt in hoge mate de bespeelbaarheid van een gitaar. Omdat deze snaarafstand nergens gelijk is wordt de actie van een gitaar gedefinieerd als de snaarhoogte bij fret 12. Dit maakt de onderstaande berekeningen erg eenvoudig.
De snaren worden aangebracht, en de actie met een voelermaatje opgemeten en ingevuld bij “Huidig”.
Onderstaande tabel geeft de volgorde van de te doorlopen stappen om de juiste brugbeenhoogte in te stellen (rekenvoorbeeld voor een basgitaar met hoge actie).
Gewenste actie fret 12 | 4,0 | 3,9 | 3,8 | 3,7 | |
Huidig | 4,1 | 4,1 | 4,0 | 4,3 | – |
Te hoog | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 0,6 | |
Verdubbeld voor brug | 0,2 | 0,4 | 0,4 | 1,2 | x2 |
Kamhoogte nu | 9,94 | 9,95 | 9,92 | 9,95 | |
Kamhoogte berekend | 9,74 | 9,55 | 9,52 | 8,75 | |
Kamhoogte geworden | 9,75 | 9,60 | 9,50 | 8,80 |
De eerste stappen spreken voor zichzelf. Het verschil met de gewenste hoogte op fret 12 moet bij het brugbeen tweemaal zoveel worden gecorrigeerd. Het uiteindelijke resultaat wijkt een paar honderdste millimeters af van het gewenste resultaat omdat ik het brugbeen mooi vloeiend wil laten verlopen, en niet hoekig.
Actie afstellen met brugbeen V2
Bij latere gitaren wordt een andere procedure gevolgd: het brugbeen en de snaren blijven in eerste instantie op hun plek, en de snaren worden een voor een naar de juiste hoogte gevijld. Dit wordt gedaan met de ongeveer 3 mm brede zijkant van een vijl terwijl de snaar even opzij wordt geduwd. Op deze manier is het mogelijk de optimale actie te verkrijgen: door harder aan te slaan dan tijdens normaal spelen gebeurt, zal op een gegeven moment tijdens het verlagen van het kambeen de snaar gaan ratelen: de laagste mogelijke actie is bereikt, ervan uitgaande dat de relief goed is ingesteld.
Het eindresultaat is een ‘getand’ brugbeen, waarvan de stukken tussen de laagtes worden weggevijld, zodat de bovenkant een vloeiend verloop krijgt. Het eindresultaat is een mooi vloeiend verlopende top van het brugbeen, met voor alle snaren de juiste actie.
Compensatie afstellen met brugbeen
Door het gebruiken van de standaard plaatsing van de brug (steelstring 4.5 mm naar achteren: hoge E 3 mm, lage E 6 mm; nylon string 1.5 mm naar achter: 2 mm voor E2 en 1 mm voor E4) is de compensatie vaak al goed genoeg, maar lang niet altijd is voor alle snaren het midden van het brugbeen het juiste eindpunt: vooral de g-snaar wil nog wel eens afwijken. Ook bij andere snaren kan het nodig zijn individueel de compensatie aan te passen. De compensatie per snaar wordt ingesteld nadat de actie is afgesteld, maar voor het brugbeen naar voren en naar achteren wordt afgerond: dus met een nog ‘hoekige’ bovenkant.![Met een peld tussen de snaar en het kambeen wordt de compensatie bepaald](https://minnen27a2ffc3f8.blob.core.windows.net/blobminnen27a2ffc3f8/wp-content/uploads/2024/04/compensatie01-142629.png)
![De compensatie is per snaar afgetekend, de verdere bewerking gebeurt met een vijl](https://minnen27a2ffc3f8.blob.core.windows.net/blobminnen27a2ffc3f8/wp-content/uploads/2024/04/compensatie02m-143426.png)